Een vogel laten praten kan ontzettend opwindend of zeer frustrerend zijn. Waarom leren sommige vogels te praten en anderen niet? Waarom blijft de ene vogel alleen maar 'hallo' roepen terwijl de ander altijd het juiste woord op het juiste moment zegt? Het antwoord hangt af van veel factoren, waaronder de vogelsoort, zijn/haar persoonlijkheid en leeftijd, de relatie met de vogel en de gebruikte technieken om te trainen.
Sommige (papegaaien) soorten zijn - van nature - aanzienlijk betere sprekers dan anderen. De Grijze roodstaarten worden in het algemeen gezien als de beste praters. Gevolgd door de amazones, en vooral de Geelvoorhoofd, (Dubbele) Geelkop, Blauwvoorhoofd en Roodnek. Ook ara's, zoals bijvoorbeeld de Geelvleugel en de Blauwgele kunnen leren te praten, maar doen dit vaak met een luide en rauwe stem. Kaketoes kunnen praten, maar zullen juist vaker een zachtere stem hebben. Maar zowel ara's als kaketoes zijn lang niet zo gemakkelijk te trainen als Grijze roodstaarten en amazones. Ook parkieten, agaporniden, lories en conures kunnen gaan praten, maar het zijn over het algemeen de moeilijkere soorten om te trainen. Natuurlijk zijn er uitzonderingen op deze grove indeling.
Persoonlijkheid speelt een grote rol bij het al dan niet gaan praten van een vogel. En sommige vogels leren het nooit, hoe lang er ook getraind wordt! Anderen pakken alles schijnbaar moeiteloos op. Bij deze laatste soort moet je zeer op je hoede zijn met wat je zegt en doet rondom de vogel.
Als je een vogel wilt laten praten, kies dan een vogel die alert is en geïnteresseerd lijkt in wat er rondom hem aan de hand is. Een vogel die lijkt te luisteren als je tegen hem praat en die in ieder geval al vocaal is. De best pratende parkieten zijn over het algemeen degene die eerst al constant brabbelen en tsjilpen voordat ze getraind worden om te praten. Mannetjes neigen betere praters te zijn dan poppen, vooral bij parkieten en valkparkieten. Het is belangrijk om een vogel eerst een tijdje goed te observeren op bovenstaande punten voordat je hem aankoopt.
Ook leeftijd en aanwezigheid van andere vogels beïnvloeden de waarschijnlijkheid dat een vogel zal gaan praten. Jonge vogels, met name die met de hand zijn groot gebracht, zullen gemakkelijker gaan praten dan oudere vogels. De beste leeftijd om te beginnen met trainen is zo tussen de 4 en 6 maanden voor de kleinere soorten zoals parkieten. En tussen 6 en 12 maanden voor de grotere soorten alhoewel jongere vogels al wel kunnen beginnen met het oppikken van enkele woorden.
Eén vogel is gemakkelijker te trainen dan twee: twee vogels zullen waarschijnlijk gewoon in het 'papegaais' met elkaar blijven communiceren in plaats van Nederlands te praten met jou. Vogels zijn echter sociale dieren en blijven daarom niet graag alleen. Zijn ze alleen dan gaan ze graag communiceren met de mensen om hen heen. De leefomstandigheden van de vogel, inclusief zijn sociale en psychische omgeving, zijn van grote invloed op zijn bereidheid te gaan praten. Behandel de vogel zoals je een mens zou behandelen. Wees een vriend, geen baas, en plaats de vogel op een plek waar hij veel aandacht en sociale interactie krijgt. Als een vogel bang is, werk dan heel langzaam en geduldig; een bange vogel zal niet opletten bij de training. Een vogel die zich op zijn gemak voelt in het bijzijn van mensen zal meer genegen zijn te gaan praten. Geduld is van vitaal belang, niet alleen om het vertrouwen van het huisdier te winnen, maar ook om de vogel te leren praten.
Als de vogel kalm is en vertrouwd met zijn (nieuwe) baas, kan de eigenaar kiezen uit verschillende technieken om de vogel te leren (na)praten. Er zijn twee veelgebruikte manieren. Bij de eerste methode herhaalt u simpelweg het gewenste woord vaak; zo duidelijk en precies mogelijk. Bij de tweede techniek wordt een cassetterecorder gebruikt waarop een enkel woord of kort zinnetje telkens herhaald wordt. Elk systeem heeft zo zijn voor- en nadelen. Een opname zorgt voor constante input, terwijl een 'life' trainer het woord kan gaan mompelen of anderszins vervormen gedurende de training. Daardoor kan het voor de vogel moeilijk worden te begrijpen wat hij moet leren.
Maar ook aan het gebruik van opnames zitten nadelen. Vogels kunnen er genoeg van krijgen en zelfs stoppen met luisteren als de opname te vaak wordt afgespeeld of langer dan 15 minuten achter elkaar. Een vogel luistert niet meer naar een opname die 'grijs gedraaid is'. Bij een persoonlijke training is het mogelijk om de vogels aandacht er beter bij te houden. Versterk opnames als je ze gebruikt door ieder woord of zin die afgedraaid wordt ook zelf uit te spreken. Doe dat duidelijk en luid en houd de training kort. Vogels kunnen zeker leren praten zonder hulp van opnames; veel vogels doen dat dan ook. Een opname kan echter dienen als een extra hulpmiddel.
Een vogel dient woorden te horen die duidelijk zijn en telkens op dezelfde wijze worden uitgesproken. Daarnaast moet hij ook zijn aandacht erbij hebben. Om de vogel geconcentreerd te krijgen, kunt u hem op de hand nemen en voor uw mond houden terwijl u tegen hem spreekt. Op die manier weet hij dat de geluiden rechtstreeks tot hem gesproken worden. Twee trainingsperiodes per dag, elk zo'n 10 tot 15 minuten lang, is genoeg voor de kleinere vogels. Grotere papegaaien kunnen iets langer oefenen. Simpelweg veel tegen de vogel praten tussen de oefeningen door kan ook helpen om de vogel te laten praten. Door bijvoorbeeld telkens hetzelfde te zeggen als je de vogel voert, verschoont, in de kooi zet of eruit haalt.
Praten over dingen en acties is een trainingsmethode op zich en wordt 'training door associatie' genoemd. De meeste eigenaren ontdekken deze methode per ongeluk maar het is een zeer effectieve manier. Zo ken ik een amazone die nog nooit een woord had gezegd ondanks het feit dat zijn eigenaar twee maanden lang probeerde om de vogel 'hallo' te laten zeggen. De eigenaar begroette de vogel iedere morgen met een 'goedenochtend' wanneer ze de doek van de kooi haalde. Op een ochtend, voordat zij ook maar iets kon zeggen zei de vogel 'goedenochtend' toen ze de doek verwijderde. Het is duidelijk dat de amazone de handeling van het weghalen van de doek in verband bracht met het woord 'goedenochtend'. Veel papegaaienhouders kunnen je vertellen dat hun vogels 'hallo' zeggen als de telefoon overgaat of 'kom binnen' als de deurbel gaat, zelfs wanneer deze vogels niet opzettelijk getraind worden op deze woorden. Papegaaien kunnen acties en objecten in verband brengen met bepaalde woorden of zinnen. Na verloop van tijd beginnen ze dan deze woorden na te zeggen.
Een papegaai die goed is in het associëren kan ook woorden of geluiden reproduceren waarvan je zou wensen dat hij ze nooit gehoord had. Let op wat zo'n makkelijke leerling allemaal te horen krijgt! Vooral woorden die met kracht en luid gezegd worden tijdens opwinding of kwaadheid zijn perfect voor een snellerende papegaai om na te zeggen! Ook (irritante) geluiden zijn gemakkelijk geleerd zoals het geluid van een printer of de ping van de magnetron.
Het is moeilijk, maar niet onmogelijk, om een vogel ongewenste woorden of geluiden weer af te leren. Als de papegaai buiten de kooi is en/of aandacht krijgt op het moment dat hij het ongewenste woord of geluid laat horen, zet hem dan direct terug in de kooi en negeer de vogel. Vogels die niet van water houden kunnen nat gesproeid worden op het moment dat ze iets verkeerds zeggen. Ze gaan het woord dan associëren met een negatief gevoel. Ook kunt u ervoor kiezen om de kooi van de vogel voor 5 tot 10 minuten af te dekken zodra de papegaai vloekt, tiert of anderszins ongewenste uitingen laat horen.
Als u wilt dat uw vogel gaat praten, leer hem dan niet eerst om te fluiten! Alhoewel de meeste vogels ervan houden om te leren fluiten, blijkt dat veel papegaaien moeite hebben om daarna te leren praten. Leer de vogel daarom eerst enkele woorden of zelfs korte zinnetjes voordat u hem leert fluiten.
De hierboven genoemde methodes zijn bedoeld om een vogel te laten napraten, maar zijn niet ontwikkeld om de vogel te laten begrijpen wat hij zegt. Een vogel die 'hallo' kan zeggen, hoeft niet te begrijpen dat dit woord alleen bedoeld is om iemand te begroeten. Een vogel die echter woorden na kan zeggen, kan ook leren wat de betekenis daarvan is. Het hieronder staande deel geeft aan hoe u dit bereiken kunt.
Er zijn slechts een paar technieken om een papegaai te leren om meer te doen dan simpelweg mensen te imiteren oftewel om hem betekenisvolle woorden in de juiste context te laten zeggen. Voorafgaand aan de onderzoeken in ons laboratorium hebben diverse Amerikaanse onderzoekers geprobeerd om vogels betekenisvolle communicatie bij te brengen. Men plaatste de vogel daarbij echter in een sociaal isolement en draaide bandjes met woorden en geluiden die de vogel diende na te bootsen. Hierbij werd totaal geen link gelegd naar de betekenis van de woorden.
In de jaren veertig en vijftig toonden Europese onderzoekers aan dat Grijze roodstaarten opdrachten konden leren zoals tellen hetgeen om intelligentie vraagt. Andere onderzoekers, zowel werkend in het veld als in kweekstations, observeerden gedrag dat aantoonde dat papegaaien hun natuurlijke vocalisatie betekenisvol gebruiken naar soortgenoten toe. Deze twee onderzoekstrajecten toonden aan dat de Amerikanen verkeerde trainingsmethoden gebruikten.
Onderzoekster Irene Peppenberg besloot deze veronderstelling te gaan testen. Ze startte een onderzoek met een ongeveer 1 jaar oude Grijze roodstaart Alex in juni 1977. Ze gebruikte de hierboven genoemde starre onderzoeksmethode uit het laboratorium in combinatie met de weinige kennis die er was van papegaaiencommunicatie in het wild. Daarnaast werden ideeën geleend van projecten die gebruikt werden voor menselijk onderwijs. Daaruit ontwikkelde diverse zij technieken om Alex te leren op een betekenisvolle wijze met mensen te communiceren. Met succes, zoals je hieronder kunt lezen.
Bij al onze trainingsmethoden maken we consequent gebruik van intrinsieke beloningen. De beloning voor het gebruik van een woord voor een object, is het object zelf. Dus geen snoepje! Als Alex een kurk op juiste wijze benoemt, dan krijgt hij de kurk als beloning. Hierdoor legt hij de juiste link tussen het object en de benaming en het voorkomt dat Alex de woorden gaat gebruiken om maar lekkere hapjes als beloning te krijgen; tenzij het te identificeren woord natuurlijk een lekkernij is!
Omdat Alex meer een 'onderzoeksmedewerker' is dan een huisdier, moet hij veel antwoorden geven over onderwerpen en dingen die hij niet bijzonder interessant vind. Om hem gemotiveerd en geconcentreerd te houden, belonen we hem voor het geven van een juist antwoord. Hij mag vervolgens zelf vragen om een leuker ding dan hetgeen hij net geïdentificeerd heeft. Dit systeem zorgt voor enige flexibiliteit en het houdt zijn taalgebruik betekenisvol: Alex zal nooit een stukje banaan krijgen als hij de kurk goed benoemt. Hij moet dan echt zelf vragen om een banaan. Wij zullen echter niet op dit verzoek ingaan totdat hij de eerdere opdracht goed uitgevoerd heeft.
Dit is onze belangrijkste methode. Het is gebaseerd op een protocol van een Duitse etholoog die geïnteresseerd was in het sociale leren van papegaaien en op het werk van een Amerikaanse psycholoog die onderzoekt hoe sociale opvoeding het leerproces beïnvloedt. M/R training betekent drieweg communicatie tussen twee mensen en de vogelleerling. Wij gebruiken deze methode vooral om nieuwe woorden en begrippen te introduceren en ook om de communicatie verder aan te scherpen.
Gedurende de M/R training laten de mensen zien hoe de woorden toegepast moeten worden. Alex zit dan op zijn stok, op de kooi of op een stoelleuning en observeert de mensen als zij met het (nieuwe) object bezig zijn. Hij ziet dat een persoon als trainer dient voor de andere persoon. Deze tweede persoon werkt als model voor Alex' antwoorden en is een rivaal voor Alex gezien de aandacht die die persoon van de trainer krijgt. De trainer presenteert een object of ding, vraagt 'wat is dit?', 'welke kleur heeft het?', 'welke vorm?'etc. en beloont en overhandigt het object aan de andere persoon indien het juiste antwoord wordt gegeven.
Wanneer het verkeerde antwoord wordt gegeven (of te onduidelijk / gedeeltelijk), dan krijgt het model een standje en verdwijnt het object uit zicht. Hierdoor ziet Alex de consequenties van een fout. Het model wordt gevraagd het opnieuw te proberen. Hierbij wordt ook Alex betrokken en alhoewel zijn eerste pogingen vaak onduidelijk zijn, wordt hij toch mondeling beloond. Het model laat hem verder zien hoe hij zijn uitspraak moet verbeteren.
Wij gebruiken deze methode ook met de rollen tussen trainer en model omgedraaid. Hierdoor tonen wij Alex dat interactie echt 'tweerichtingsverkeer' is: aangezien de vragen niet telkens door eenzelfde persoon worden gesteld, ziet Alex dat de procedure naar alle kanten kan worden gebruikt. Dit voorkomt dat Alex alleen maar antwoordt op de vragen van de persoon die altijd de vragen stelt. Alex antwoordt op, communiceert met en leert van een ieder met wie hij in aanraking komt.
Als Alex een nieuw woord begint te leren, dan hanteren we een aanvullende methode om zijn uitspraak te vervolmaken. We presenteren het object met een zin erbij zoals bijvoorbeeld "hier is je krant!" Op deze manier kunnen we het doelwoord 'krant' vaak en consistent zeggen zonder dat het een enkele, vervelende klank wordt die Alex saai vindt en gaat negeren. Deze combinatie van vocaal aanduiden van het ding en fysiek presenteren ervan lijkt op het gedrag dat ouders vaak toepassen om woorden aan kleine kinderen te leren. Het heeft twee effecten. Alex hoort het woord zoals het uitgesproken moet worden en leert de context ervan. Daarnaast leert hij het woord toe te passen in plaats van simpelweg woord-voor-woord een zinnetje na te praten.
We hanteren ook een andere methode, 'referential mapping' genoemd om de betekenis aan te duiden van nieuwe uitingen die Alex soms ook spontaan produceert. De uitingen zijn vaak combinaties of variaties van een Engels woord dat hij reeds geleerd heeft. Bijvoorbeeld, nadat hij het woord 'gray' geleerd had, kwam hij met 'grape', 'chain' en 'cane'. Hij gebruikt deze woorden niet bewust om nieuwe objecten te beschrijven en te vragen zoals bij de M/R methode. Wij reageren dan serieus op zijn spontane vraag of opmerking. Laten zien wat de consequentie van zijn zin is en tonen het nieuwe object of geven voorbeelden ervan. Ook hierbij wisselen we van rol tussen de twee menselijke trainers en gebruiken we het woord in verschillende zinnen.
Met deze technieken hebben we Alex in ruim 20 jaar tijd opdrachten geleerd waarvan voorheen werd gedacht dat deze alleen voorbehouden waren aan mensen en wellicht sommige apensoorten. Alex kan 40 verschillende objecten benoemen, zoals bijvoorbeeld papier, sleutels, hout, banaan, graan, noot, douche, nagelvijl, schouder, rots, etc. Hij gebruikt de woorden 'ja' en 'nee' en de zinnen 'kom hier', 'ik wil X', 'ik wil naar Y' waarbij X en Y benoemd worden. Als wij niet op de juiste manier antwoorden, zegt hij duidelijk 'nee' en herhaalt zijn eerdere verzoek.
als twee-, drie-, vier-, vijf- of zeshoekige objecten. Hij gebruikt telwoorden om aantallen aan te geven. Dat tellen kan hij in allerlei verschillende combinaties, ook met geheel onbekende zaken. Zijn gemiddelde score is 80% op deze taken.
Hij kan zaken groeperen, kent de betekenis van 'hetzelfde', 'verschillend' en 'niets'. Daarnaast is gebleken dat hij ook met onbekende zaken goed overweg kan en niet alleen maar herhaalt wat hij tijdens de training leert. Zo waren wij compleet verbaasd toen wij hem twee driehoeken gaven: een groene houten en een blauwe houten. Toen vroegen wij 'wat is er hetzelfde?' Als hij de vraag had genegeerd en op basis van zijn eerdere training had gezegd wat er juist verschillend was, dan zou hij hebben gezegd 'kleur'. Nu kwam er echter het antwoord 'vorm' hetgeen een prima antwoord is. Zulk denkvermogen werd vroeger geacht onmogelijk te zijn voor een vogel.
Ondanks ons succes om Alex te leren met ons te communiceren op gevorderd niveau, kan hij nog steeds niet zo met ons praten zoals wij mensen onderling dat doen. Hij kan ons bijvoorbeeld niet zeggen wat hij gisteren allemaal gedaan heeft, en wij kunnen hem niet vragen wat hij morgen graag zou willen doen. Maar ons werk geeft aan dat papegaaien zeer intelligente wezens zijn die kunnen communiceren met mensen op een interessante wijze. Niet alle vogels zullen zoveel leren als Alex. Sommige vogels zullen echter nog meer leren.
Voor iedere eigenaar van een papegaai is het van belang te begrijpen dat zijn metgezel een intelligent dier is dat vriendschap en intellectuele stimulatie verdient. Ze zijn graag bij u, willen graag met u communiceren en leren, pakken dingen op en worden enthousiast als u dat wordt. Tijd om tijd in de relatie te gaan steken!?